Koninkrijksberaad
- Ko·nink·rijks·be·raad
- samenstelling van Koninkrijk der Nederlanden zn en beraad zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Koninkrijksberaad | Koninkrijksberaden |
verkleinwoord |
het Koninkrijksberaad o
- informeel overleg tussen vertegenwoordigers van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland (de landen van het Koninkrijk der Nederlanden)
- ▸ De geplande Koninkrijksconferentie in juni op Aruba wordt vervangen door een informeel Koninkrijksberaad.”We hebben gezamenlijk besloten om eens vertrouwelijk met elkaar te overleggen, met de benen op tafel en om elkaar eens diep in de ogen de kijken.” Dat nieuwtje bracht minister Ronald Plasterk van Koninkrijksrelaties vrijdag 24 mei in Amsterdam.[1]
- Het woord Koninkrijksberaad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Informeel Koninkrijksberaad vervangt Koninkrijksconferentie” (25 mei 2013), Caribisch Netwerk