• Ke·niet
enkelvoud meervoud
naamwoord Keniet Kenieten
verkleinwoord

de Kenietv / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) lid van een nomadisch volk in of bij het Bijbelse land Israël-3 dat is voortgekomen uit Kajin (12×: Gen. 15:19, Num. 24:21, Recht. 1:16 +, 1 Sam. 15:6 +, 1 Kron. 2:55)