Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ha·ren·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Haren met het achtervoegsel -se
enkelvoud meervoud
naamwoord Harense Harensen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Harensev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Haren, of een vrouw afkomstig uit Haren
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Harense

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Harens
Synoniemen

Gangbaarheid