Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ham·burg·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Hamburgse Hamburgsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Hamburgsev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Hamburg, of een vrouw afkomstig uit Hamburg
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Hamburgse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Hamburgs
Synoniemen

Gangbaarheid