Grenadiaanse
- Gre·na·di·aan·se
- Afgeleid van Grenadiaan met het achtervoegsel -se
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Grenadiaanse | Grenadiaansen |
verkleinwoord |
de Grenadiaanse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Grenada, of een vrouw afkomstig uit Grenada
Demoniemen bij Grenada in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Grenadaan, Grenadiaan • inwoonster: Grenadaanse, Grenadiaanse • bijvoeglijk: Grenadaans, Grenadiaans |
Grenadiaanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Grenadiaans
- Het woord 'Grenadiaanse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.