Elektrorad

Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• Elek·tro·rad

Zelfstandig naamwoord

Elektrorad o

1. (transport): elektrofiets, "elektrische fiets"

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	das Elektrorad	die Elektroräder
genitief	des Elektrorades	der Elektroräder
datief	dem Elektrorad	den Elektrorädern
accusatief	das Elektrorad	die Elektroräder

Synoniemen

• Elektrofahrrad

Verwante begrippen

• Elektroauto