• EU-ver·band
enkelvoud meervoud
naamwoord EU-verband -
verkleinwoord - -

het EU-verbando

  1. (regering) gezamenlijk optreden van de lidstaten van de Europese Unie
     Met uw vraag beschrijft u een proces dat in de afzonderlijke landen in evenwicht wordt gehouden door een parlementaire partijdemocratie die maakt dat er coalities tot stand komen. Zo'n mechanisme hebben we nog niet in die mate ontwikkeld in EU-verband en of dat ooit zal gebeuren is maar de vraag.[1]
     Het afgelopen jaar heeft de Franse regering vooral buiten EU-verband met een solistische buitenlandse politiek getracht te bewijzen hoezeer het land nog meetelt.[2]
  1.   Weblink bron
    Hans Modrow interview door Frits Bolkestein
    “De grenzen van Europa.”, 2e druk (2004), Lannoo, Tielt, ISBN 9020955268, p. 147 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren  
  2.   Weblink bron
    M.C. Brands & R. Havenaar
    De kwadratuur van de Europese cirkel in: Tirade., 368/369 jrg. 41 nr. 2/3 (april/juni 1997), G.A. van Oorschot, Amsterdam, p. 143