Davied

Nederlands

Uitspraak

• IPA: / daˈvit / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• Da·vied

Woordherkomst en -opbouw

• van Hebreeuws  דָּוִד en  (Davied)

Eigennaam

Davied m

1. (Jiddisch-Hebreeuws) David (alleen in onderstaande verbindingen)

Synoniemen

• David
• Dovid

Typische woordcombinaties

• mageen Davied

Gangbaarheid

• Het woord 'Davied' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.