• IPA: /'daŋkbaːɐ̯kaɪ̯t/
  • Dank·bar·keit

Dankbarkeit v

  1. dankbaarheid
    «Mit diesem Blumenstrauß möchte ich meiner Dankbarkeit Ausdruck verleihen.»
    Met deze bos bloemen wil ik mijn dankbaarheid weergeven.