Curaçaos

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Curaçaos    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• Cu·ra·çaos

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van Curaçao met het achtervoegsel -s

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	Curaçaos	Curaçaoser	Curaçaost
verbogen	Curaçaose	Curaçaosere	Curaçaoste
partitief	Curaçaos	Curaçaosers	-

Bijvoeglijk naamwoord

Curaçaos

1. (demoniem) op Curaçao betrekking hebbend

   • Dit is een zaak voor de Curaçaose overheid. 

Afgeleide begrippen

• Curaçaose zweepslang

Verwante begrippen

Demoniemen bij Curaçao in het Nederlands
inwoner: Curaçaoër, Curaçaoënaar • inwoonster: Curaçaose • bijvoeglijk: Curaçaos

Afgeleide begrippen

• kesause mangelen

Gangbaarheid

• Het woord Curaçaos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.