• Chag Haä·sief, Chag Ha·a·sief

het Chag Haäsiefo

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) Loofhuttenfeest, op 15-21 tisjri, ter herdenking van de tocht door de woestijn, toen het volk in hutten leefde (Lev. 23:39-43)