Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ca·ri·com-bur·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Caricom-burger Caricom-burgers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Caricom-burgerv

  1. bewoner van een van de landen die lid is van de Caribische handelsorganisatie Caricom

Gangbaarheid

Meer informatie