British
- Geluid: British (VS) (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrɪtɪʃ /
- Brit·ish
- Afkomstig van het Oudengelse bijvoeglijke naamwoord Brettisc
- Engels zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -ish
enkelvoud | meervoud |
---|---|
British | - |
British
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
British | more British | most British |
British
- (demoniem) Brits
- «A British millionaire gold dealer and jeweller has been shot dead at his Spanish mansion.»
- Een Britse miljonair goudhandelaar en juwelier is worden doodgeschoten in zijn Spaanse villa.
- «A British millionaire gold dealer and jeweller has been shot dead at his Spanish mansion.»
Demoniemen bij Great Britain in het Engels | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|