En Blug
Een ploeg
  • Blug
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Pflug
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Blug der Blug
datief me Blug em Blug
accusatief en Blug der Blug

Blug, m

  1. (landbouw) ploeg
    «En Bauer kann sei Arewet net duh mitaus en Blug
    Een boer kan zijn werk niet doen zonder een ploeg.