Aircondition

Duits

Uitspraak

• IPA: /ˈɛːɐ̯kɔndɪʃən/

Woordafbreking

• Air·con·di·tion

Zelfstandig naamwoord

Aircondition v

1. airconditioning, comfortkoeling

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	die Aircondition	die Airconditions
genitief	der Aircondition	der Airconditions
datief	der Aircondition	den Airconditions
accusatief	die Aircondition	die Airconditions

Schrijfwijzen

• Air-Condition

Synoniemen

• Airconditioner, Air-Conditioner, Airconditioning, Air-Conditioning

Hyperoniemen

• Klimaanlage, Lüftungssystem