Ackersnacker
Nedersaksisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Ackersnacker | Ackersnackers |
verkleinwoord |
Uitspraak
- IPA: /a.kɐsna.kɐ/
Woordafbreking
- A·cker·sna·cker
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
Ackersnacker
- mobieltje; een gsm, een draagbare telefoon
Synoniemen
Antoniemen
Oost-Fries
Zelfstandig naamwoord
Ackersnacker
- mobieltje; een gsm, een draagbare telefoon