A4
- in ISO 216 overgenomen uit DIN 476 dat met de andere papierformaten in 1922 is ontwikkeld door de Duitse 20e-eeuwse wiskundige W. Porstman die met de keus voor de lengte-breedteverhouding van √2 voortbouwde op het werk van de 19e-eeuwse Baltisch-Duitse scheikundige F.W. Ostwald en de 18e-eeuwse Duitse natuurkundige G.C. Lichtenberg , die al in 1786 een standaard op basis van die verhouding voorstelde.
A4
- standaard papierformaat volgens de internationale standaard ISO 216: 297 bij 210 mm (dus met een oppervlakte van 0,0625 m² en een lengte die √2 maal de breedte)
- A4
- van A4 in het universeel taalgebruik, in de betekenis van ‘bepaald papierformaat’ aangetroffen vanaf 1992 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | A4 | A4'en |
verkleinwoord | A4'tje | A4'tjes |
het A4 o
- (teken- en schrijfmateriaal) standaardmaat voor een vel papier; 21 x 29,7 cm
- Dit apparaat kan alleen op A4 kopiëren.
- (teken- en schrijfmateriaal) papier in A4-formaat
- Hij gebruikt een A4-tje om aantekeningen te maken.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord A4 staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.