A-verpleegkundige

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • A-ver·pleeg·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord A-verpleegkundige A-verpleegkundigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de A-verpleegkundigev

  1. (verouderd) (beroep) verpleegkundige gespecialiseerd in de verpleging van mensen met een lichamelijke ziekte
    •  
Opmerkingen

Na de invoering van een nieuw opleidingenstelsel voor de verpleegkunde in 1997 is het woord A-verpleegkundige buiten gebruik geraakt.

Gangbaarheid

Meer informatie