9-jarige
- 9-ja·ri·ge
9-jarige
- verbogen vorm van de stellende trap van 9-jarig
- De vulkaan werd weer actief na een 9-jarige periode zonder uitbarstingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | 9-jarige | 9-jarigen |
verkleinwoord |
- persoon die 9 jaar oud is of iets dat 9 jaar bestaat
- De 9-jarige ging naar een basisschool in de buurt.
- Het woord 9-jarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.