6-polig
- 6-po·lig
- samenstellende afleiding van 6 ht en pool zn met het achtervoegsel -ig, geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.G [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | 6-polig |
verbogen | 6-polige |
6-polig
- (elektrotechniek) (van een elektrische aansluiting) met zes contactpunten
- ▸ Maar aangezien het een oud appartement is (en de vorige bewoner hoogstwaarschijnlijk geen VDSL had), moet het bestaande 5-polige telefooncontact nog worden aangepast naar een 6-polig.[2]
- (elektrotechniek) (van de stator in een motor of dynamo) met zes magneetpolen
- Het woord '6-polig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Hengelaarreactie 00:02 uur (6 april 2014) in:HengelaarOverbruggen afstand contactdoos naar TV-decoder (2 april 2014), userbase.be
- ↑ Weblink bron Bulli(advertentie) De Bulli-week komt in: Haarlem's Dagblad, jrg. 45 nr. 13728 (20 maart 1928), N.V. Lourens Coster, p. 8 kol. 2