50 eurobiljet
- 50 eu·ro·bil·jet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | 50 eurobiljet | 50 eurobiljetten |
verkleinwoord | 50 eurobiljetje | 50 eurobiljetjes |
het 50 eurobiljet o
- (numismatiek) een bankbiljet ter waarde van 50 euro
- Hij vond een 50 eurobiljet op de grond.
- Het woord 50 eurobiljet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.