Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 38-ja·rige
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

38-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 38-jarig
    • De 38-jarige winnaar van de prijsvraag had alle vragen goed beantwoord. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord 38-jarige 38-jarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de 38-jarigev / m

  1. persoon die 38 jaar oud is of iets dat 38 jaar bestaat
    • De 38-jarige wilde een reis maken met zijn broer. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid