achtendertigjarige

  • acht·en·der·tig·ja·ri·ge

achtendertigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van achtendertigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een achtendertigjarige periode zonder uitbarstingen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord achtendertigjarige achtendertigjarigen
verkleinwoord

de achtendertigjarigev / m

  1. levend wezen dat 38 jaar oud is of iets dat 38 jaar bestaat
    • De achtendertigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.