Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 2-ja·rige
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

2-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 2-jarig
    • Het 2-jarige contract loopt volgende maand af. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord 2-jarige 2-jarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de 2-jarigev / m

  1. persoon die 2 jaar oud is of iets dat 2 jaar bestaat
    • De 2-jarige speelde in de tuin. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid