192-jarig
- 192-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 192-jarig |
verbogen | 192-jarige |
partitief | 192-jarigs |
192-jarig
- 192 jaren durend
- Gedurende dit 192-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 192 jaar
- Het 192-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '192-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.