191-jarig
- 191-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 191-jarig |
verbogen | 191-jarige |
partitief | 191-jarigs |
191-jarig
- 191 jaren durend
- Gedurende dit 191-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 191 jaar
- Het 191-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '191-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.