Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 19-ja·rige
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

19-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 19-jarig
    • De 19-jarige winnaar van de prijsvraag had alle vragen goed beantwoord. 
     Twee jaar eerder was er op dit stuk trail nog een 19-jarige jongen overleden aan de gevolgen van een zonnesteek.[1]
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord 19-jarige 19-jarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de 19-jarigev / m

  1. persoon die 19 jaar oud is of iets dat 19 jaar bestaat
    • De 19-jarige wilde een reis maken met zijn broer. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers