• 172-ja·rig
  • samenstellende afleiding van 172 en  jaar zn  met het achtervoegsel -ig
stellend
onverbogen 172-jarig
verbogen 172-jarige
partitief 172-jarigs

172-jarig

  1. 172 jaren durend
    • Gedurende dit 172-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden. 
  2. met de leeftijd van 172 jaar
    • Het 172-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.