164-jarig
- 164-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 164-jarig |
verbogen | 164-jarige |
partitief | 164-jarigs |
164-jarig
- 164 jaren durend
- Gedurende dit 164-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 164 jaar
- Het 164-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '164-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.