159-jarig
- 159-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 159-jarig |
verbogen | 159-jarige |
partitief | 159-jarigs |
159-jarig
- 159 jaren durend
- Gedurende dit 159-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 159 jaar
- Het 159-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '159-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.