155-jarig
- 155-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 155-jarig |
verbogen | 155-jarige |
partitief | 155-jarigs |
155-jarig
- 155 jaren durend
- Gedurende dit 155-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 155 jaar
- Het 155-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '155-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.