144-jarig
- 144-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 144-jarig |
verbogen | 144-jarige |
partitief | 144-jarigs |
144-jarig
- 144 jaren durend
- Gedurende dit 144-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 144 jaar
- Het 144-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '144-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.