129-jarig
- 129-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 129-jarig |
verbogen | 129-jarige |
partitief | 129-jarigs |
129-jarig
- 129 jaren durend
- Gedurende dit 129-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 129 jaar
- Het 129-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
- Het woord '129-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.