100-jarige
- Geluid: 100-jarige (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɔndərtˌjarəɣə / (5 lettergrepen)
- 100-·ja·ri·ge
100-jarige
- verbogen vorm van de stellende trap van 100-jarig
- Het 100-jarige contract loopt volgend jaar af.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | 100-jarige | 100-jarigen |
verkleinwoord |
- persoon die 100 jaar oud is of iets dat 100 jaar bestaat
- De 100-jarige maakt elke dag een wandeling.
- iemand die zijn honderdste verjaardag viert
- De 100-jarige genoot van alle feestelijkheden.
- Het woord 100-jarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.