Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 0-ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

0-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 0-jarig
     Het maximaal aantal 0-jarige kinderen per pedagogisch medewerker is per 1 januari 2019 verlaagd.[1]
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord 0-jarige 0-jarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de 0-jarigev / m

  1. kind dat nog geen 1 jaar oud is of iets dat minder dan een jaar bestaat
     Om wijken en dorpen onderling met elkaar te kunnen vergelijken is bij de berekening van de gemiddelde kosten gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht. Omdat een 0-jarige gemiddeld meer zorgkosten maakt dan een 8-jarige, zou anders een wijk met relatief veel 0-jarigen automatisch hoog scoren.[2]
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Wijziging beroepskracht-kindratio (BKR) 0-jarige en buitenschoolse opvang (BSO)” op pekk.nl
  2.   Weblink bron “Grote verschillen gezondheid kinderen: zo is het in jouw buurt” (3 november 2018) op rtlnieuws.nl