• ак·цент
enkelvoud meervoud
naamwoord акцент акценти
bepaalde vorm
(object)
акцента акцентите
bepaalde vorm
(subject)
акцентът
telbare vorm акцента
vocatief -

акцент m

  1. de manier waarop iemand de klanken uitspreekt: accent
    «Говоря български с руски акцент
    Ik spreek Bulgaars met een Russisch accent.
  2. een teken dat op een klinker kan worden geplaatst: accent
    «Ударението трябва да пада на е.»
    Er moet nog een accent op de letter e.
  3. de nadruk: accent
    «Наблягам на нещо/ Подчертавам нещо.»
    Accent leggen op iets.
  • Latijnse transcriptie: akcént