über-
Huidig bestand |
---|
4 |
- über-
über-
- in hoge mate, heel erg
- (jongerentaal) als versterking van een bijvoeglijk naamwoord
- (pejoratief) met de bijbetekenis "overmatig, te veel" bij een zelfstandig naamwoord
- super- (ook versterkend, maar zonder pejoratieve bijbetekenis)
- hyper- (ook versterkend, maar niet altijd met pejoratieve bijbetekenis)
- Naast woorden gevormd met dit voorvoegsel zijn er ook woorden als überhaupt, über-ich en übermensch die rechtstreeks aan het Duits zijn ontleend.
[1] de woorden met über- als eerste deel dat het laatste deel versterkt, zijn eenvoudig te vinden in de categorie Intensivering in het Nederlands
[1] enige woorden met het voorvoegsel "über-" die nog moeten worden toegevoegd:
- Het woord 'über-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Booij, Geert“12.4.2.1.3 Versterking: de voorvoegsels aarts-, hyper-, mega-, super-, über- en ultra-” (juni 2022) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)