Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   étroit étroits
  vrouwelijk   étroite étroites

Bijvoeglijk naamwoord

étroit

  1. smal, nauw
    C'est un chemin étroit.Het is een smalle weg.
  2. (figuurlijk) beperkt
  3. (figuurlijk) bekrompen (van denkbeelden)

Verwijzingen

  1.   Weblink bron étroit in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr