• åbry·en
  • Afgeleid van het Nynorske naamwoord åbry met het achtervoegsel -en.

åbryen

  1. jaloers
  2. afgunstig
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud m/v: åbryen
v: bijvorm: åbryi
meir åbryen mest åbryen
o enkelvoud åbrye
åbryi
bijvorm: åbryent
meervoud åbryne
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
åbryne meir åbryen mest åbryen