Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwij·nen·vlees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwijnenvlees -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het zwijnenvleeso

  1. (voeding) het vlees van een wild zwijn
    • Door afschot op de Veluwe was er zwijnenvlees beschikbaar. 

Gangbaarheid