zwembadcomplex

Nederlands

zwembadcomplex

Uitspraak

• Geluid:  zwembadcomplex    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zwem·bad·com·plex

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zwembad zn  en  complex zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zwembadcomplex	zwembadcomplexen
verkleinwoord	zwembadcomplexje	zwembadcomplexjes

Zelfstandig naamwoord

het zwembadcomplex o

1. een zwembad met alle daarbij behorende faciliteiten

   ▸ De onvrede en de verbazing in het zwembadcomplex van Zero Village in Olgiate Olona (even ten noordwesten van Milaan) was heel groot.

   ▸ Volgens Brabants Dagblad gaat het om judoka's die aanwezig waren in een sportruimte bij het zwembadcomplex.

Gangbaarheid

• Het woord 'zwembadcomplex' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.