• zweer uit
vervoeging van
uitzweren

zweer (...) uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweren
    • Ik zweer uit. 
  2. gebiedende wijs van uitzweren
    • Zweer uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweren
    • Zweer je uit?