zweefvuil
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zweef·vuil
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zweven zn en vuil zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zweefvuil | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zweefvuil o
- vuil dat in het water zweeft (en dus niet aan de oppervlakte drijft of naar de bodem zinkt)
- ▸ Wat er uitziet als doodgewoon drinkwater, kan in het buitenland zomaar verontreinigd water zijn met zware metalen, kalk, zweefvuil en chloor.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'zweefvuil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zweefvuil" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Erik Kouwenhoven“Nooit meer zorgen om veilig drinkwater bij dit camper- en caravanmerk” (22-06-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be