• zwal·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zwalpen
zwalpte
gezwalpt
zwak -t volledig

zwalpen

  1. inergatief heen en weer golven, doelloos en ongericht bewegen
    • We zwalpten maar wat over het eiland. 

de zwalpenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zwalp
16 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be