zwaai toe
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwaai toe
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toezwaaien |
zwaai (...) toe
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezwaaien
- Ik zwaai toe.
- gebiedende wijs van toezwaaien
- Zwaai toe!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezwaaien
- Zwaai je toe?
Gangbaarheid
- Het woord zwaai toe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.