Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zus·ter·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zusterbedrijf zusterbedrijven
verkleinwoord zusterbedrijfje zusterbedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

het zusterbedrijfo

  1. bedrijf waarmee een bedrijf een innige samenwerkingsrelatie heeft
     Het verschil in resultaten met het zusterbedrijf is volgens Elbers te danken aan de bedrijfsvoering bij KLM. "Alles bij elkaar zorgt dat ervoor dat alle wijzertjes de goede kant op gaan."[2]
     Deskundigen die de NOS sprak, bevestigen de analyse van het bureau: de opbouw van Nederland maakt het lastig om de zelfrijdende auto een prominente plek te geven in stedelijke gebieden. In de VS is dat makkelijker (en staat in het rapport op plek vier). Het land is de thuisbasis van tientallen bedrijven die zelfrijdende auto's ontwikkelen, waaronder Googles zusterbedrijf Waymo.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Opnieuw goed jaar KLM, topman Elbers blij na 'moeilijke periode'” (Woensdag 20 februari 2019, 07:39), NOS
  3.   Weblink bron
    Nando Kasteleijn
    “Nederland 'best voorbereid' op autonome auto's, fietsers maken komst lastig” (Dinsdag 12 februari 2019, 12:57), NOS