1. Als onderdeel van een fitnessprogramma wordt zumba aangeboden.
  • zum·baën, zum·ba·en
  • afgeleid van  zumba zn  met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zumbaën
zumbade
gezumbaad
zwak -d volledig

zumbaën

  1. (sport) (dans) ritmisch bewegen op Latijns-Amerikaanse dansmuziek
     Op de foto zijn ze aan het zumbaën en bij zo’n omvangrijke familie lijkt het dan meteen of er een feest gaande is.[1]
  1.   Weblink bron
    Angelique Mulders
    “Fotoboek Sanne Donders geeft een inkijkje in het leven van Rotterdammers kriskras door de stad” (14 november 2020) op ad.nl