Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zul·le
Woordherkomst en -opbouw
  • verbastering van "zul di" streektaal voor  zul ww   je vn  [1]

Tussenwerpsel

zulle

  1. , nietwaar

Gangbaarheid

26 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen