zuinigje
- zui·nig·je
- afleiding van zuinig
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuinigje | |
verkleinwoord |
het zuinigje o
- voorwerp dat men op een kandelaar zet om ook het laatste stukje kaars te kunnen laten branden
- iets op een zuinigje doen: heel spaarzaam doen
- [1] profijtje, profijtertje
- Het woord 'zuinigje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuinigje" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be