• zuig·klep
enkelvoud meervoud
naamwoord zuigklep zuigkleppen
verkleinwoord zuigklepje zuigklepjes

de zuigklepv / m

  1. inlaatklep van een benzine- of dieselmotor
    • 1e Bedrijf: Het opzuigen. Met angstwekkende snelheid jaagt de luchtstroom ons door een ronde deur, de zuigklep, in de kop van de cylinder. De bodem van deze ruimte bestaat uit het bovenste deel van de zuiger die in de diepte zinkt, terwijl wij de ruimte vullen. Daarmee wordt ook het raadsel van de luchtstroom opgelost; de snel naar beneden schietende zuiger trekt de lucht door de vergasser en tegelijk ook ons, benzinedruppels, door de open klep in de cylinder. [2] 
    • Op het oogenblik der zuiging gaat de klep dus open, en in een oogwenk zijn nu de cylinder en de zwelling gevuld met gecarbureerd gas. Maar de zuiger heeft weldra het einde van zijn baan bereikt en zuigt dan niet meer. En zoodra hij zijn terugtocht aanvaart, begint hij het gas achteruit te persen. Doch de zuigklep die toen de zuiging ophield geen reden meer had om open te blijven, heeft de opening P' P' onder den druk van het veertje R. weer afgesloten. [3] 
94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jongens en wetenschap. Deel 1 (1946)–P. van Denenberg De Blinnelkant van een Auto Een Benzinedruppel geeft Uitleg bij een Automotor
  3. Uit mijne sportportefeuille(1899)–Frans Netscher Hoe en wat is een motor?
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be